Cape Cross

16 juli 2016 - Uis, Namibië

Met opgeladen batterijen, zowel letterlijk als figuurlijk, vertrekken we alweer in noordelijke richting. We volgen de kustlijn en net als gisteren hangt er een dikke mist. De kust ten Noorden van Swakopmund wordt Skeleton coast genoemd, door de dichte mist en de sterke stroming leed meer dan één boot schipbreuk op de ondiepe zandbanken. We houden halt bij het wrak van de Zeila, dat op enkele meters van het strand ligt.

De volgende stop is Cape Cross, waar de Portugese kapitein Diego Cão aan land ging in 1485. Geen enkele Europeaan geraakte voor hem zuidelijker langs de kust van Afrika. Waar hij aan land ging zette hij een stenen kruis, waarvan het replica nog steeds te zien is. Maar we zijn vooral gekomen voor het zeehondenreservaat... Duizenden zeehonden liggen op het strand en in het water. De geur is doordingend en de dier, maken een oorverdovende lawaai. Het ene moment lijkt het blaffen en dan weer blaten of lachen. Vooral het feit dat ze boeren lijken te laten vinden Emiel en Louis geweldig (hun woorden: eindelijk iemand die ons begrijpt...).

We rijden een stukje terug om ter hoogte van Henties Bay het binnenland in te draaien. Hier geen mooie landschappen, enkel een saaie, rechte weg door niets dan woestijn. We zien enkel struisvogels. Positief is dat bij elke kilometer landinwaards de temperatuur een graad omhoog gaat en de wolken verdwijnen.
We hebben honger, en er wordt door iedereen afgeteld naar een geschikte picknickplaats. Er is geen plekje schaduw en wanneer we eindelijk een picknicktafel vinden staan er al twee overland trucks. We zijn dus niet alleen.

Niet veel later bereiken we Uis, waar we de nacht doorbrengen op de camping van de White Lady B&B. Uis was vroeger een mijnstadje, maar sinds het sluiten van die mijn trokken veel inwoners weg. Nu is het vooral een stopover voor mensen zoals wij.

De camping ligt in de schaduw van de Brandberg Mountain, de hoogtste berg van Namibië. De kampeerplekken liggen rond een zwembad waarvan het water beduidend warmer is dan voordien en voor het eerst zijn de jongens gedurende enkele uren niet uit het water te krijgen.

Voor het eerst logeren we in een dorpscentrum. Het is zaterdagavond en er is een feestje aan de gang. We horen de muziek maar net als wij gaan de dorpsbewoners vroeg slapen.

Foto’s