Kolmanskop

10 juli 2016 - Aus, Namibië

Na opnieuw een winderige nacht zetten we koers naar Kolmanskop, ooit een bloeiende diamantstad maar nu een spookstad, ingenomen door de woestijn. Tussen de stichting begin vorige eeuw tot wanneer de laatste familie de stad verliet in 1959, werden er miljoenen karaat aan diamant gevonden. Op het hoogtepunt van de bloei had de stad meer dan 300 inwoners, en was er een concertzaal, een school, een ziekenhuis, ... Enkele van de gebouwen zijn gerestaureerd maar de meeste zijn overgelaten aan het zand.
Het is er bloedheet, en er waait nog steeds een strakke wind die het zand doet opwaaien. Pijnlijk!Het decor is surrealistisch, we lopen door prachtige directeurshuizen met hopen kamers, waarvan het zand de ruimten half heeft ingenomen. Het ziekenhuis is gigantisch, en het zwembad was ooit gevuld met zeewater van 35km verderop maar ook daar ligt nu slechts zand.

Wanneer we verder rijden naar Lüderitz, een Duits koloniaal stadje iets verderop houdt de kleine zandstorm aan. Het zand waait over de weg die zich kilometers ver recht voor ons uitstrekt.
We lopen even door Lüderitz en picknicken met zicht op de oceaan. De jongens hebben geen zin in een uitgebreid bezoek en verlangen naar het zwembad aan de lodge van onze kamping. We maken rechtsomkeer, maar niet zonder onderweg halt te houden bij een drinkplaats waar dikwijls wilde paarden worden gezien. We hebben geluk, er staat een vijftal dieren te grazen. Het boeit Louis en Emiel niet erg, die zijn niet naar Namibië gekomen voor paarden.

Terwijl de jongens in het zwembad springen drinken wij een pintje op het zonovergoten terras. Het internet wil niet echt mee, geen extra verhalen op de blog dus. Maar wie klaagt daar over wanneer je in de verte de oryxen ziet passeren?
Ironisch genoeg bestellen we voor vanavond ineens een braaipacket... oryx!

Terug op de campsite merken we dat de zak met houtskool is opengescheurd, en dat er sporen van een dier in het zand staan, al hebben we geen idee van welk en laat het zich verder ook niet meer zien.
We richten onze plek wat anders in dan vorige nacht, in de hoop aan de wind te ontsnappen. Al is dat in onze daktenten wat moeilijk, die komen boven het schutsel tegen de wind uit.

Terwijl Dirk voor het eten zorgt speel ik met de jongens en de Zuidafrikaanse buurkinderen de EK finale, alweer met een platte bal en met een deel van de spelers op blote voeten. De echte finale laten we tot teleurstelling van Emiel aan ons voorbij gaan. De lodge is net te ver om te voet naar toe te gaan, zeker in het donker, en gezien de tenten al uitgeklapt zijn hebben we geen zin om die opnieuw op te ruimen en er met de auto heen te rijden.

Foto’s